Hoe geef ik les en waarom Zo?
Zelf vind ik NIET dat ik LESGEEF.
Ik denk dat mijn werken bij de Toets en andere instituten vooral bestaat uit het begeleiden, stimuleren en verder helpen van mensen die het leuk vinden om te tekenen of schilderen, altijd uitgaand van het inschatten, herkennen van richtingen die zij zelf kiezen. Nadrukkelijk niet lesgeven, niet één weg wijzen, niet in de eerste plaats vakmatigheden bijbrengen maar aangeboren intuïtief talent herkennen en helpen dit uit te bouwen. Mensen die uit zich zelf dingen goed doen niet ongevraagd lastig vallen/onzeker maken met zogenaamd ‘technische’ aanwijzingen.
Om een beeld te geven van mijn visie op begeleiden lijkt het goed om terug te gaan naar mijn opleiding en beginperiode.
Opleiding; Rietveldacademie (voor deze zo heette) in Amsterdam, indertijd, begin zestiger jaren van de vorige eeuw, nog gevestigd aan het Museumplein; sfeerbepalende omgeving waar het Concertgebouw, het Stedelijk en Rijksmuseum naaste buren waren.
Inspirerende, vrije opleiding aan een instituut waar na de oorlog, als eerste academie, oude lesmethoden als anatomie en het natekenen van gipsen bustes en koppen rigoureus overboord gegooid waren en waar, door een verjongd docentencorps, op een nieuwe, lossere manier werd lesgegeven. Waar eigen waarneming en visie gestimuleerd werden en het begrip Techniek niet langer verbonden was aan een manier van werken van vorige generaties maar iets – wat dan ook – dat je nodig hebt om vorm te geven aan wat je voor ogen staat.
Buiten de lestijden ‘woonde’ ik praktisch bij de buren, de eerste jaren vooral in het Stedelijk museum, omvergeblazen door Karel Appel, Lucebert en andere aan Cobra gelieerde schilders. Naderhand, toen ik mij specialiseerde in grafisch werk meer in het Rijks, vooral het prentenkabinet waar je de etsen van Rembrandt op de hand kon bekijken. Een omslag van grote, wilde, abstracte schilderijen naar kleine, doorwerkte prenten en tekeningen; Even weg van het schilderen, terug naar mijn tekenvaardigheid.
Na de academie werkzaam als autonoom beeldend kunstenaar; Eerst uitsluitend tekenaar en graficus, na een paar jaar de volgende omslag naar grote aquarellen en via gemengde technieken, aquarel/inkt, aquarel/acryl naar acryl en olieverf. Nu vooral olieverf over een acryl-onderschildering, daarnaast beeldjes in klei en brons.
Naast de activiteiten in mijn atelier, ben ik al 50 jaar actief als “docent” bij de Werkschuit (nu onderdeel van het Kunstenhuis).
Dit brede scala en het plezier dat ik aan al deze technieken ontleen(de), stelt mij als begeleider in staat enthousiast open te staan voor vrijwel elke manier van werken en daarin, vanuit eigen ervaring, te steunen en stimuleren.
Als begeleider/docent denk ik vooral een exponent te zijn van een vrij vrije opleiding als beeldend kunstenaar en van het ‘Werkschuit principe’ – Beroepskunstenaars begeleiden geïnteresseerden – ontstaan op de door kunstenaars bevolkte boot in Amsterdam waar buurtgenoten, begeleid door deze praktiserende kunstenaars, in de gelegenheid werden gesteld zich te ontwikkelen.
